Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/965
Bescherming van de consument. Consumentenkrediet. Toetsing van het oneerlijke karakter. Niet-verschenen consument. Omvang van de taak van de rechter.
HvJ EU 04-06-2020, ECLI:EU:C:2020:431 (Kancelaria Medius)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
4 juni 2020
- Magistraten
M. Safjan, C. Toader, N. Jääskinen
- Zaaknummer
C-495/19
- Roepnaam
Kancelaria Medius
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2020:431, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 04‑06‑2020
- Wetingang
Art. 7 lid 1 Richtlijn 93/13
Essentie
Kancelaria Medius SA/RN.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Poznaniu (rechter in tweede aanleg Poznań, Polen) bij beslissing van 14 mei 2019.
Bescherming van de consument. Consumentenkrediet. Toetsing van het oneerlijke karakter. Niet-verschenen consument. Omvang van de taak van de rechter.
Artikel 7, lid 1, van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de uitlegging van een nationale bepaling die eraan in de weg staat dat de rechter bij wie een door een verkoper tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.