Einde inhoudsopgave
WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging
Artikel 19 Aansprakelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 27-02-2005
- Bronpublicatie:
21-05-2003, Trb. 2004, 269 (uitgifte: 08-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2005, Trb. 2005, 72 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Medische ethiek
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ten behoeve van het ontmoedigen van tabaksgebruik overwegen de Partijen wetgevende maatregelen te nemen of de handhaving van hun bestaande wetgeving te bevorderen en, waar nodig, uit te breiden om te voorzien in strafrechtelijke en civiele aansprakelijkheid, met inbegrip van schadevergoedingsregelingen.
2.
De Partijen werken met elkaar samen bij de uitwisseling van informatie via de Conferentie van de Partijen in overeenstemming met artikel 21, met inbegrip van:
- a.
informatie over de gevolgen voor de gezondheid van de consumptie van tabaksproducten en blootstelling aan tabaksrook in overeenstemming met artikel 20, derde lid, onderdeel a; en
- b.
informatie over van kracht zijnde wet- en regelgeving alsmede relevante jurisprudentie.
3.
De Partijen verlenen elkaar, waar dienstig en in onderlinge overeenstemming, binnen de grenzen van de nationale wetgeving, beleidslijnen, juridische praktijk en toepasselijke bestaande verdragen, bijstand bij gerechtelijke procedures inzake civiele en strafrechtelijke aansprakelijkheid, in overeenstemming met dit Verdrag.
4.
Het Verdrag vormt geen beletsel voor of beperking van het recht op toegang van de Partijen tot elkaars rechter, wanneer een dergelijk recht bestaat.
5.
De Conferentie van de Partijen kan, indien mogelijk, in een vroeg stadium, met inachtneming van de werkzaamheden die in relevante internationale fora worden verricht, kwesties met betrekking tot aansprakelijkheid beschouwen, met inbegrip van een passende internationale benadering van deze vraagstukken en, op verzoek, passende middelen ter ondersteuning van de Partijen bij hun wetgevende of andere activiteiten in overeenstemming met dit artikel.