V-N 2014/11.2
Geen toetsing van wetgeving in formele zin aan de algemene rechtsbeginselen
HR 21-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:343, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 2014
- Magistraten
Overgaauw, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/02303
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS24031:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:343, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2013
- Wetingang
art. 120 Grondwet; art. 3.16 lid 1 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het middel van X niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft volgens de Hoge Raad geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X drijft een rechtskundig adviesbureau. In de woning, die geheel in eigendom is bij zijn partner, gebruikt X een werkruimte voor zijn onderneming. De woning behoort niet tot het ondernemingsvermogen van X. In geschil is of X recht kan doen gelden op aftrek van kosten die verband houden met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.