Einde inhoudsopgave
Besluit Fiscaal Bestuursrecht
§ 26 Vaststellingsovereenkomst (artikel 7:900 BW)
Geldend
Geldend vanaf 24-11-2023
- Bronpublicatie:
21-11-2023, Stcrt. 2023, 31898 (uitgifte: 23-11-2023, regelingnummer: 2023-24452)
- Inwerkingtreding
24-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2023, Stcrt. 2023, 31898 (uitgifte: 23-11-2023, regelingnummer: 2023-24452)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Fiscaal bestuursrecht / Standpuntbepaling
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Fiscaal bestuursrecht / Bijstand en vertegenwoordiging
Belastingrecht algemeen / Organisatie Belastingdienst
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- 1.
Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen hen rechtens geldt, zich jegens elkaar aan een vaststelling daarvan, bestemd om ook te gelden voor zover zij van de tevoren bestaande rechtstoestand mocht afwijken (artikel 7:900, eerste lid, BW).
- 2.
De inspecteur sluit slechts vaststellingsovereenkomsten met belanghebbenden van wie de identiteit vaststaat. Bij het voorafgaande overleg dient tussen partijen duidelijkheid te bestaan over de onderwerpen die in het overleg aan de orde (zullen) komen en over hetgeen met het overleg wordt beoogd. Het verdient in dit verband de voorkeur om belanghebbende te verzoeken de kwestie schriftelijk aan de orde te stellen.
- 3.
Bij een overleg dat plaatsvindt in de heffingssfeer, maar dat ook betrekking heeft of kan hebben op de invordering, neemt de ontvanger ook deel. Bij een overleg dat plaatsvindt in de invorderingssfeer, maar mede betrekking heeft of kan hebben op de heffing, neemt ook de inspecteur deel. De inspecteur voert het overleg en sluit de vaststellingsovereenkomst. Bij onderwerpen die betrekking hebben op belanghebbenden die tot meer dan één entiteit behoren en die onder meer dan één functionaris als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 ressorteren (contactposten), geven de betrokken inspecteurs vooraf hun akkoord dat de coördinerende inspecteur namens hen optreedt bij het voeren van onderhandelingen en sluiten van een vaststellingsovereenkomst.
- 4.
Van ieder overleg maakt de inspecteur een intern schriftelijk verslag met eventuele ambtelijke adviezen of strategische informatie. De verslaglegging bevat de namen van belanghebbende en diens vertegenwoordiger/gemachtigde, alsmede die van de inspecteur, de datum waarop het overleg heeft plaatsgevonden, de onderwerpen waarover overleg werd gevoerd, de inhoud van het overleg en de eventuele resultaten die het overleg heeft opgeleverd. Het interne verslag wordt in het klantdossier bewaard.
- 5.
Indien het overleg niet tot een vaststellingsovereenkomst leidt, maakt de inspecteur een eindverslag op, waarin de kwestie, de feiten en fiscale gevolgen van het niet bereiken van een overeenkomst beknopt uiteengezet worden. Een afschrift van het eindverslag wordt aan de belanghebbende c.q. de vertegenwoordiger/gemachtigde gezonden. Het eindverslag wordt in het klantdossier bewaard.
- 6.
In de vaststellingsovereenkomst wordt niet afgeweken van het vastgestelde fiscale uitvoeringsbeleid.
- 7.
Er kan aanleiding bestaan om de omvang van de bevoegdheid van een vertegenwoordiger of gemachtigde vast te stellen aan de hand van een duidelijke schriftelijke volmacht. In voorkomende gevallen kan contact worden opgenomen met de belanghebbende zelf.
- 8.
Bij het bereiken van overeenstemming biedt de inspecteur aan de belanghebbende of diens vertegenwoordiger/gemachtigde een redelijke termijn van ten minste één week om zich te beraden, zijn adviseur te raadplegen of alsnog (fiscaal-)juridisch advies in te winnen, voordat hij zich definitief vastlegt. De inspecteur neemt deze bedenktermijn in acht tenzij de belanghebbende of zijn vertegenwoordiger of gemachtigde uitdrukkelijk verklaart daar geen behoefte aan te hebben.
- 9.
De conceptovereenkomst wordt door de inspecteur in tweevoud opgemaakt, ondertekend en vervolgens ter ondertekening aan de andere partij (belanghebbende, of wanneer daarvan sprake is, diens vertegenwoordiger/gemachtigde) verzonden. Een door beide partijen ondertekend exemplaar van de vaststellingsovereenkomst wordt in het klantdossier bewaard.
- 10.
Bij de opzegging van een vaststellingsovereenkomst houdt de inspecteur rekening met de gerechtvaardigde belangen van belanghebbende, hetgeen onder meer mee kan brengen dat een redelijke opzegtermijn in acht wordt genomen.
- 11.
Er mogen geen afspraken worden gemaakt die – beoordeeld ten tijde van het aangaan van de vaststellingsovereenkomst – op het tijdstip waarop c.q. gedurende de periode waarover de overeenkomst van kracht is, duidelijk in strijd zijn met de wet.
Voorts mogen geen afspraken worden gemaakt over:
- a.
de aspecten belastingrente, heffingsrente, invorderingsrente, bezwaar- en proceskostenvergoeding en bestuurlijke boete indien in combinatie met zo'n afspraak uitruil met betrekking tot andere aspecten of met elementen van de heffing of invordering plaatsvindt;
- b.
de houdbaarheid van belastingbesparende constructies. Daaronder worden verstaan voornamelijk op belastingbesparing gerichte handelingen die door de wetgever niet zijn voorzien en die beleidsmatig ongewenst worden geacht. In dat geval kan de inspecteur, indien daartoe aanleiding bestaat, belanghebbende meedelen dat de constructie bestreden zal worden (zie ook onderdeel 4);
- c.
zaken die betrekking hebben op (georganiseerd) arbeidsvoorwaardenoverleg tussen werkgevers(verenigingen) en werknemers(verenigingen) in het kader van bedrijfstak- of ondernemingscao's (tenzij beide cao-partijen reeds een concreet onderhandelingsresultaat hebben bereikt en naar aanleiding daarvan de inspecteur een rechtsvraag hebben voorgelegd);
- d.
het al dan niet aanwenden van rechtsmiddelen in een strafzaak;
- e.
het al dan niet aanmelden van enig delict op basis van de Richtlijnen aanmelding en afhandeling fiscale delicten, douane- en toeslagendelicten;
- f.
geheimhouding van de inhoud van de vaststellingsovereenkomst. Op bestaande vaststellingsovereenkomsten waarin een afspraak over geheimhouding is opgenomen die verder gaat dan de wettelijke geheimhoudingsplicht doet de inspecteur in zoverre geen beroep.
- 12.
Er mogen geen afspraken worden gemaakt met belanghebbende die ertoe strekken dat deze zich niet op termijnoverschrijding voor het opleggen van de aanslag zal beroepen.
- 13.
Indien de in geschil zijnde correcties voldoen aan de criteria van het Protocol aanmelding en afdoening van fiscale delicten en delicten op het gebied van douane en toeslagen kan geen vaststellingsovereenkomst worden gesloten voordat de zaak is gemeld bij de fraudecoördinator om duidelijkheid te verkrijgen over het te volgen traject.
- 14.
Afspraken met groepen belanghebbenden vallen buiten het kader van deze paragraaf.
- 15.
Het overleg kan betrekking hebben op de heffing of invordering van rijksbelastingen. Overleg tussen een belanghebbende en de inspecteur heeft in het algemeen betrekking op de toepassing van het belastingrecht in een concreet geval.
- 16.
De vaststellingsovereenkomst die uit het overleg voortvloeit, wordt schriftelijk vastgelegd. Deze vastlegging bevat in ieder geval de volgende elementen:
- a.
een verwijzing naar het gevoerde overleg en de daarmee samenhangende correspondentie;
- b.
een omschrijving van de kwestie waarover overleg is gevoerd;
- c.
een omschrijving van de feiten waarover partijen overeenstemming hebben dat deze feiten rechtens tussen hen gelden;
- d.
de fiscaalrechtelijke of civielrechtelijke gevolgen van de overeenkomst daaronder begrepen het afzien van een eventuele schadevergoeding;
- e.
de periode waarvoor de overeenkomst geldt en een bepaling dat deze periode niet stilzwijgend wordt verlengd;
- f.
de middelen, jaren, tijdvakken of belastingaanslagen waarop de vaststellingsovereenkomst betrekking heeft. Indien ook invorderingsaspecten in de vaststellingsovereenkomst zijn betrokken, verdient het aanbeveling op te nemen hoe de uit de vaststellingsovereenkomst voortvloeiende betalingen zullen worden verantwoord door de ontvanger;
- g.
de omstandigheden op grond waarvan de overeenkomst eerder eindigt. Als reden voor de beëindiging van een overeenkomst dient te worden opgenomen een voor de betreffende vaststellingsovereenkomst relevante wetswijziging of wijziging van op de wet gebaseerde voorschriften. Ook een latere wijziging van relevante beleidsregels en jurisprudentie kan reden zijn om een overeenkomst te beëindigen;
- h.
de uitdrukkelijke verklaring van belanghebbende dat hij ter zake van het overeengekomen geen gebruik zal maken van het recht van bezwaar of beroep of dat hij zijn bezwaar- c.q. beroepschrift intrekt. Deze verklaring belet belanghebbende niet om de rechtsgeldige totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst in bezwaar en vervolgens in beroep bij de belastingrechter te betwisten;
- i.
de duur van de bedenktermijn die aan de aan de belanghebbende of diens vertegenwoordiger/gemachtigde is gegeven dan wel de uitdrukkelijke verklaring dat zij geen behoefte hebben aan een bedenktermijn;
- j.
de overige bijzondere omstandigheden van het geval;
- k.
het eventuele bedrag waarmee belanghebbende wordt tegemoetgekomen in de kosten voor juridische bijstand, indien de vaststellingsovereenkomst werd gesloten in de bezwaar- of beroepsfase. Voor de vergoeding van de kosten voor juridische bijstand wordt gehandeld overeenkomstig het (forfaitair) bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht.