NJ 2021/183
Onttrekking aan het verkeer van boksbeugel en wapenstok op grond van art. 36d Sr niet begrijpelijk.
HR 16-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:216, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/02501
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS269713:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:216, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1264, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2020
- Wetingang
Essentie
Het oordeel dat een boksbeugel en wapenstok onttrokken dienen te worden aan het verkeer op grond van art. 36d Sr is zonder nadere motivering niet begrijpelijk.
Samenvatting
Het hof heeft de inbeslaggenomen boksbeugel en wapenstok onttrokken aan het verkeer 'nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang' en heeft als toepasselijke voorschriften art. 36b en 36d Sr vermeld. Aldus heeft het deze maatregel kennelijk gegrond op art. 36d Sr. Dat oordeel is zonder nadere motivering niet begrijpelijk, omdat uit de overweging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.