V-N 2020/23.11
Rechtbank stelt prejudiciële vragen aan Hoge Raad over uitleg pensioenartikel in belastingverdrag met Portugal (2)
Rb. Zeeland-West-Brabant 17-04-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1814, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
17 april 2020
- Magistraten
Pauwels, Van Schaik, Steijn
- Zaaknummer
BRE 19/1920
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS199886:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Loonbelasting / Pensioenregeling
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2020:1814, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17‑04‑2020
- Wetingang
art. 18 Verdrag Nederland-Portugal
Essentie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt opnieuw prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over de uitleg van het pensioenartikel in het Belastingverdrag met Portugal, nu bij een AOW-uitkering. De rechtbank wijst daarbij op haar uitspraak van 15 april 2020, nr. 18/4665 over de heffingsbevoegdheid van Nederland bij een WAO-uitkering.
Samenvatting
X ontvangt een AOW-uitkering en emigreert in 2016 naar Portugal. In verband met een wetswijziging ten aanzien van de loonheffingskorting ontvangt X bericht van de SVB dat vanaf 1 januari 2019 LB op de AOW-uitkering zal worden ingehouden. X maakt bezwaar tegen de LB-inhouding. Volgens X staat lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.