RvdW 2021/1125
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Boeken accommodaties via platform Airbnb. ‘Bemiddelen’ in zin van art. 7:425 BW; verbod loon in rekening te brengen aan huurder (art. 7:417 lid 4 BW). Oneerlijke beding? Oneerlijke handelspraktijk (art. 6:193b BW)?
HR 19-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1725
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 november 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/00168
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1725, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:724, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑07‑2021
- Wetingang
Art. 7:417 lid 4, art. 7:425, 6:193b BW; art. 3 lid 1, art. 4 lid 2Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Boeken accommodaties via platform Airbnb. ‘Bemiddelen’ in zin van art. 7:425 BW; verbod loon in rekening te brengen aan huurder (art. 7:417 lid 4 BW). Oneerlijke beding? Oneerlijke handelspraktijk (art. 6:193b BW)?
Samenvatting
Een platform als dat van Airbnb kenmerkt zich erdoor dat via het platform overeenkomsten tot stand worden gebracht tussen gebruikers van het platform, dat de exploitant van het platform een vergoeding ontvangt bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen gebruikers en dat gebruikers uitsluitend met elkaar in contact kunnen treden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.