V-N Vandaag 2018/2245
Niet-aftrekbaarheid valutaverliezen ter zake van deelneming niet in strijd met EU-vestigingsvrijheid
HR 19-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1969
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 2018
- Zaaknummer
15/00878
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1969, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:687, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2018
ECLI:NL:HR:2016:1351, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2015
- Wetingang
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 53)Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 49)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 15)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 13)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 10a)
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de valutaverliezen niet aftrekbaar zijn. De Hoge Raad doet de zaak zelf af, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Samenvatting
Belanghebbende, X nv, is de moedermaatschappij van een fiscale eenheid (fe) voor de VPB en heeft direct een 100%-belang in een vennootschap in het Verenigd Koninkrijk (de VK-deelneming). De VK-deelneming houdt deelnemingen in andere in het VK gevestigde vennootschappen (de VK-groep) en middellijk een deelneming in een in Nederland gevestigde subholding. De subholding heeft drie euro-vorderingen op de fe. Na reorganisaties in 2008 en 2009 houdt de fe het belang in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.