Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.102
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
01-11-2012, Stb. 2012, 544 (uitgifte: 08-11-2012, kamerstukken: 33245)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2012, Stb. 2012, 544 (uitgifte: 08-11-2012, kamerstukken: 33245)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Een douane-entrepot wordt niet in gebruik genomen alvorens de ligging, de afscheiding van andere percelen en de bouw daarvan zijn goedgekeurd door de inspecteur. Alle plaatsen die door de inspecteur zijn goedgekeurd als ruimten voor tijdelijke opslag als bedoeld in artikel 2.12 kunnen ook als douane-entrepot worden goedgekeurd.
2.
De in- en uitslag van goederen binnen de daarvoor vastgestelde openingstijden, geschiedt onder toezicht van de inspecteur en wordt door deze vastgelegd in een goederenrekening met degene die verantwoordelijk is voor de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de plaatsing van goederen onder het entrepotstelsel.
3.
Indien de administratie van de beheerder naar het oordeel van de inspecteur daartoe voldoende waarborgen biedt, kan deze afzien van de eis van ambtelijke sluiting, doch onder zekerheidstelling voor de invoerrechten die verschuldigd kunnen worden. De administratie treedt tevens in de plaats van de goederenrekening, bedoeld in het tweede lid.
4.
De inspecteur verricht periodiek een voorraadscontrole, teneinde vast te stellen of overeenstemming bestaat tussen de goederenrekening of administratie en de aanwezige goederen. Teveel bevonden goederen worden aangemerkt als in het douane-entrepot opgeslagen goederen.