Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 5.7g (kosten-batenanalyse bij stookinstallaties)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op het doelmatig gebruik van energie wordt een kosten-batenanalyse uitgevoerd als een stookinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW:
- a.
wordt opgericht, om de kosten en baten te berekenen van de werking van die stookinstallatie als een hoogrenderende warmtekrachtkoppelingsinstallatie als bedoeld in artikel 2, onder 34, van de richtlijn energie-efficiëntie; of
- b.
ingrijpend wordt gerenoveerd als bedoeld in artikel 2, onder 44, van de richtlijn energie-efficiëntie, om de kosten en baten te berekenen van het ombouwen van die stookinstallatie tot een hoogrenderende warmtekrachtkoppelingsinstallatie als bedoeld in artikel 2, onder 34, van de richtlijn energie-efficiëntie.
2.
Als de stookinstallatie, bedoeld in het eerste lid, restwarmte op een bruikbare temperatuur genereert, worden ook de kosten en baten berekend van:
- a.
het gebruik van restwarmte om te voldoen aan een economisch aantoonbare vraag naar warmte als bedoeld in artikel 2, onder 31, van de richtlijn energie-efficiëntie; en
- b.
de aansluiting van die stookinstallatie op een warmtenet of een koudenet.