Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013
Artikel 97 Minimale financiële toewijzingen voor ecoregelingen
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Ten minste 25 % van de in bijlage IX vastgestelde toewijzingen wordt voor elk kalenderjaar van 2023 tot en met 2027 gereserveerd voor ecoregelingen bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 4.
2.
Indien het bedrag van de totale Elfpo-bijdrage dat door een lidstaat wordt gereserveerd voor interventies overeenkomstig de artikelen 70, 72, 73 en 74, meer bedraagt dan 30 % van de totale Elfpo-bijdrage als vastgesteld in bijlage XI voor de door het strategisch GLB-plan bestreken periode, kunnen de lidstaten het totaal van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel te reserveren bedragen verlagen, voor zover die interventies zicht richten op de specifieke doelstellingen beschreven in artikel 6, lid 1, punten d), e) en f), en, met betrekking tot dierenwelzijn, in artikel 6, lid 1, punt i). De totale verlaging is niet hoger dan het bedrag waarmee het in lid 1 van dit artikel de eerste zin bedoelde percentage wordt overschreden.
3.
De in lid 2 bedoelde verlaging mag niet leiden tot een verlaging met meer dan 50 % van het uit hoofde van lid 1 voor de voor de door het strategisch GLB-plan bestreken periode te reserveren jaarlijkse bedrag voor ecoregelingen.
4.
In afwijking van lid 3 kunnen de lidstaten het op grond van lid 1 te reserveren jaarlijkse bedrag met ten hoogste 75 % verlagen indien het totale bedrag dat voor interventies uit hoofde van artikel 70 voor de door het strategisch GLB-plan bestreken periode is gepland, meer dan 150 % bedraagt van het totaal van de bedragen die uit hoofde van lid 1 moeten worden gereserveerd vóór toepassing van lid 2
5.
De lidstaten kunnen in de kalenderjaren 2023 en 2024 overeenkomstig artikel 101, lid 3, de bedragen die overeenkomstig dit artikel zijn gereserveerd voor ecoregelingen, gebruiken om in dat jaar andere interventies bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, te financieren, mits alle mogelijkheden om de middelen voor ecoregelingen te gebruiken, zijn uitgeput,
- a)
tot een drempel die overeenkomt met 5% van de bedragen vermeld in bijlage IX voor het betreffende kalenderjaar;
- b)
boven een drempel die overeenkomt met 5% van de bedragen vermeld in bijlage IX voor het betreffende kalenderjaar, mits aan de voorwaarden van lid 6 is voldaan.
6.
Bij de toepassing van lid 5, punt b), wijzigen de lidstaten hun strategisch GLB-plannen overeenkomstig artikel 119 teneinde:
- a)
de overeenkomstig dit artikel gereserveerde bedragen voor ecoregelingen, voor de resterende jaren van de door het strategisch GLB-plan bestreken periode te verhogen met een bedrag dat ten minste gelijk is aan het bedrag dat is gebruikt voor de financiering van andere interventies bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, overeenkomstig lid 5, punt b), van dit artikel of
- b)
de bedragen die zijn gereserveerd voor interventies uit hoofde van de artikelen 70, 72, 73 en 74, voor zover deze interventies betrekking hebben op de specifieke doelstellingen beschreven in artikel 6, lid 1, punten d), e) en f), en, ten aanzien van dierenwelzijn, in artikel 6, lid 1, punt i), te verhogen met een bedrag dat ten minste gelijk is aan het bedrag dat wordt gebruikt voor de financiering van andere interventies bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, overeenkomstig lid 5, punt b), van dit artikel. Aanvullende bedragen die overeenkomstig dit lid zijn gereserveerd voor interventies op grond van de artikelen 70, 72, 73 en 74, worden niet in aanmerking genomen indien een lidstaat gebruik maakt van de in lid 2 van dit artikel bedoelde mogelijkheid.
7.
Indien een lidstaat bij de toepassing van lid 5, punt a), voor de gehele periode 2023 tot 2024 meer dan 2,5 % van het totaal van de in bijlage IX vastgestelde toewijzingen voor de jaren 2023 en 2024 gebruikt voor de financiering van andere interventies bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, compenseert de lidstaat de bedragen boven de 2,5 % van het totaal van de in bijlage IX vastgestelde toewijzingen voor de jaren 2023 en 2024 die zijn gebruikt om in die jaren andere interventies bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, te financieren, door zijn strategisch GLB-plan te wijzigen overeenkomstig artikel 119 teneinde:
- a)
de overeenkomstig dit artikel gereserveerde bedragen voor ecoregelingen, voor de resterende jaren van de door het strategisch GLB-plan bestreken periode te verhogen met een bedrag dat ten minste gelijk is aan de bedragen boven 2,5 % van het totaal van de in bijlage IX vastgestelde toewijzingen voor de jaren 2023 en 2024, of
- b)
de bedragen die zijn gereserveerd voor interventies op grond van de artikelen 70, 72, 73 en 74, voor zover deze interventies betrekking hebben op de specifieke doelstellingen beschreven in artikel 6, lid 1, punten d), e) en f), en, met betrekking tot dierenwelzijn, in artikel 6, punt i), te verhogen met een bedrag dat ten minste gelijk is aan het bedrag boven de 2,5 % van het totaal van de in bijlage IX vastgestelde toewijzingen voor de jaren 2023 en 2024. Aanvullende bedragen die overeenkomstig deze alinea zijn gereserveerd voor interventies op grond van de artikelen 70, 72, 73 en 74, worden niet in aanmerking genomen indien een lidstaat gebruik maakt van de in lid 2 van dit artikel bedoelde mogelijkheid.
8.
De lidstaten kunnen in de kalenderjaren 2025 en 2026 overeenkomstig artikel 101, lid 3, een bedrag dat een waarde heeft van maximaal 2 % van de in bijlage IX voor het betreffende kalenderjaar vastgestelde bedragen en dat overeenkomstig dit artikel is gereserveerd voor ecoregelingen gebruiken om in dat jaar andere interventies bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, te financieren, mits alle mogelijkheden om de middelen voor ecoregelingen te gebruiken, zijn uitgeput, en aan de voorwaarden van lid 9 is voldaan.
9.
Bij de toepassing van lid 8 wijzigen de lidstaten hun strategisch GLB-plan overeenkomstig artikel 119 teneinde:
- a)
de overeenkomstig dit artikel gereserveerde bedragen voor ecoregelingen voor de resterende jaren van de door het strategisch GLB-plan bestreken periode te verhogen met een bedrag dat ten minste gelijk is aan het bedrag dat is gebruikt voor de financiering van andere interventies bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, overeenkomstig lid 8, of
- b)
de bedragen die zijn gereserveerd voor interventies op grond van de artikelen 70, 72, 73 en 74, voor zover die interventies betrekking hebben op de specifieke doelstellingen beschreven in artikel 6, lid 1, punten d), e) en f), en wat betreft dierenwelzijn, in artikel 6, lid 1, punt i), te verhogen met een bedrag dat ten minste gelijk is aan het bedrag dat wordt gebruikt voor de financiering van andere interventies bedoeld in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, overeenkomstig lid 8 van dit artikel. Aanvullende bedragen die overeenkomstig dit lid zijn gereserveerd voor interventies op grond van de artikelen 70, 72, 73 en 74, worden niet in aanmerking genomen indien een lidstaat gebruik maakt van de in lid 2 van dit artikel bedoelde mogelijkheid.
10.
Voor elk kalenderjaar vanaf het kalenderjaar 2025 zijn de totale uitgaven voor interventietypes in de vorm van rechtstreekse betalingen, met uitzondering van ecoregelingen, niet hoger dan de financiële toewijzing voor rechtstreekse betalingen voor het desbetreffende kalenderjaar als vastgesteld in bijlage V, verminderd met 23 % van het bedrag dat in bijlage IX is gereserveerd voor ecoregelingen overeenkomstig dit lid voor de kalenderjaren 2025 en 2026, en met 25 % van het bedrag van dat in bijlage IX voor ecoregelingen overeenkomstig dit lid voor het kalenderjaar 2027 is gereserveerd, in voorkomend geval gecorrigeerd door het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de leden 2, 3, 4, 6, 7 en 9 van dit artikel, en als vastgesteld door de lidstaten in hun financiële plannen overeenkomstig artikel 112, lid 2, punt a), en goedgekeurd door de Commissie in overeenstemming met artikel 118 of artikel 119. Dat financiële maximum vormt een bij Unierecht vastgelegd financieel maximum.
11.
Indien de lidstaten de leden 2, 3, 4, 6, 7 en 9 van dit artikel toepassen gedurende de gehele door het strategisch GLB-plan bestreken periode, zijn de totale Elfpo-uitgaven voor plattelandsontwikkeling, anders dan de bedragen die zijn gereserveerd voor interventies overeenkomstig de artikelen 70, 72, 73 en 74, voor zover deze interventies betrekking hebben op de specifieke doelstellingen die zijn beschreven in artikel 6, lid 1, punten d), e), en f), en, wat betreft dierenwelzijn, in artikel 6, punt i), niet hoger dan de totale Elfpo-bijdrage voor plattelandsontwikkeling voor de volledige door van het strategisch GLB-plan bestreken periode als vastgesteld in bijlage XI, verminderd met de bedragen die zijn gereserveerd voor interventies overeenkomstig de artikelen 70, 72, 73 en 74, voor zover die interventies betrekking hebben op de specifieke doelstellingen die zijn vastgesteld in artikel 6, lid 1, punten d), e), en f), en, wat betreft dierenwelzijn, in artikel 6, lid 1, punt i), na toepassing van de leden 2, 6, 7 en 9 van dit artikel, als vastgesteld door de lidstaten in hun financiële plannen overeenkomstig artikel 112, lid 2, punt a), en goedgekeurd door de Commissie in overeenstemming met artikel 118 of artikel 119. Dat financiële maximum vormt een bij Unierecht vastgelegd financieel maximum.