NJ 2019/24
Verkeerscontrole door politie van voertuigen uit Midden- en Oost-Europa discriminatoir en onrechtmatig?
HR 09-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1872, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/00166
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167845:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1872, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:661, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑09‑2017
- Wetingang
Art. 359a Sv; art. 160 lid 1 en 4 WVW 1994
Essentie
Verkeerscontrole voertuigen uit Midden- en Oost-Europa discriminatoir en onrechtmatig?
Samenvatting
Verdachte reed in een bestelbus met Bulgaars kenteken en werd gevraagd naar een geldig rijbewijs in het kader van een project waarbij ‘aandacht wordt gevraagd om voertuigen te controleren uit Midden- en Oost-Europa’. Het oordeel van het hof dat geen sprake is van discriminatoir optreden van de politie omdat het niet gaat om controle van de persoon, maar van het voertuig, is niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen dat bij de verkeerscontrole kennelijk als selectiecriterium is gehanteerd of een kenteken afkomstig is uit een bepaalde groep landen, en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.