Regeling pensioenen BES
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Beschikking pensioenen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingsregeling IB en LB BES (16-12-2010, Stcrt. 20980). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 21108 (uitgifte: 29-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2010, Stb. 2010, 831 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De pensioenregeling van een werknemer die tijdelijk op de BES eilanden werkzaam is en die is ondergebracht bij een ander lichaam dan bedoeld in artikel 6A, eerste lid onder b, van de Wet loonbelasting BES wordt op een daartoe strekkend verzoek als een pensioenregeling in de zin van artikel 6A aangewezen indien:
- a.
de pensioenregeling voldoet aan de overige eisen van de pensioendefinitie genoemd in artikel 6A van de Wet loonbelasting BES en de daarop gebaseerde regelgeving;
- b.
de werknemer afkomstig is uit Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een ander land waarmee een voor de BES eilanden geldend verdrag ter voorkoming van dubbele belasting naar het inkomen is gesloten en te zijner tijd de belastingheffing van de uitkeringen ten aanzien van deze aanspraken toekomt aan Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een ander verdragsland;
- c.
de werknemer voor een periode van maximaal 5 jaar werkzaam zal zijn op de BES eilanden en direct voorafgaand aan zijn tewerkstelling op de BES eilanden gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 5 jaar in het buitenland heeft gewoond;
- d.
de professionele verzekeraar of pensioenfonds in het land van vestiging bevoegd is het directe verzekeringsbedrijf uit te oefenen en zich tegenover de inspecteur verplicht inlichtingen en gegevens te verstrekken over de uitvoering van de pensioenregeling.
2.
Bij het verzoek om aanwijzing dat door zowel de werkgever als de werknemer kan worden gedaan, moeten de volgende bescheiden overgelegd en gegevens verstrekt worden:
- a.
een verklaring van de bevoegde belastingautoriteit van het land van herkomst waaruit blijkt dat de regeling in dat land een gebruikelijke pensioenregeling is en de te zijner tijd te verrichten uitkeringen, met inbegrip van het deel van de uitkeringen dat voortvloeit uit het op de BES eilanden opgebouwde pensioenkapitaal, betrokken zullen worden in een belastingheffing naar het inkomen;
- b.
een kopie van de arbeidsovereenkomst en de pensioenregeling;
- c.
bewijzen van deelname aan de buitenlandse pensioenregeling;
- d.
de naam en het adres van de werkgever;
- e.
het cribnummer en identificatienummer alsmede het adres van de werknemer;
- f.
de vermoedelijke verblijfsduur van de werknemer.
3.
De in het eerste lid genoemde aanwijzing geldt voor een periode van 5 jaar en kan worden ingetrokken zodra de verzekeraar of het pensioenfonds met betrekking tot één of meer van de bij deze verzekeraar of pensioenfonds verzekerde aanspraken ingevolge een pensioenregeling, niet meer aan de verplichtingen met betrekking tot het verschaffen van inlichtingen en gegevens voldoet dan wel geen of onvoldoende medewerking verleent bij de invordering van de verschuldigde belasting. Als dan zijn de totale pensioenaanspraken belast.