AB 2010/342
Uitleg begrip onderling afgestemde feitelijke gedraging. Bewijsvermoeden van causaliteit en onschuldpresumptie. Boetebeleid NMa.
CBb 12-08-2010, ECLI:NL:CBB:2010:BN3895, m.nt. L.C.M. Brekhof en A.T. Ottow
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
12 augustus 2010
- Magistraten
Mrs. B. Verwayen, J.L.W. Aerts, M.A. Fierstra
- Zaaknummer
AWB 06/657
AWB 06/660
AWB 06/661
- Noot
L.C.M. Brekhof en A.T. Ottow
- LJN
BN3895
- JCDI
JCDI:ADS875222:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2010:BN3895, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 12‑08‑2010
- Wetingang
Essentie
Uitleg begrip onderling afgestemde feitelijke gedraging. Bewijsvermoeden van causaliteit en onschuldpresumptie. Boetebeleid NMa.
Samenvatting
Het College verklaart de hoger beroepen tegen de uitspraak van de rechtbank van 13 juli 2006 ongegrond en bevestigt de aangevallen uitspraak.
Het betoog van alle appellanten stelt aan de orde of de rechtbank bij de beoordeling van de beslissing op bezwaar een juiste uitleg en toepassing heeft gegeven van het begrip onderling afgestemde feitelijke gedraging als bedoeld in art. 6 lid 1 Mw en art. 101 lid 1 VWEU. Er zij aan herinnerd dat de toepassing van dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.