NJB 2019/1438:Ontbonden huwelijksgemeenschap. Schulden. Nadat een wettelijke huwelijksgoederengemeenschap is ontbonden, spreekt een schuldeiser de ex-echtgenoten aan. Het hof veroordeelt beiden hoofdelijk tot betaling van de gehele schuld. Art. 1:102 BW, dat dit regelt, is in 2012 gewijzigd. Hoge Raad: 1. Cassatieprocesrecht. Blijkens de gedingstukken zijn beide partijen in de feitelijke instanties uitgegaan van toepasselijkheid van het huidige art. 1:102 BW. Het hof heeft kennelijk geoordeeld dat het hem daarom niet vrijstond het oude recht toe te passen. Tegen dat oordeel is geen klacht gericht. Daarom moet in cassatie van de toepasselijkheid van het huidige art. 1:102 BW worden uitgegaan. 2. Aansprakelijkheid. Verhaal. Na ontbinding van de huwelijksgemeenschap is een echtgenoot hoofdelijk aansprakelijk voor schulden van de gemeenschap waarvoor hij voordien niet aansprakelijk was. De wet beperkt niet de toewijsbaarheid van de vordering tegen die echtgenoot, maar slechts de verhaalsmogelijkheden ter zake van die vordering. De rechter is daarom niet gehouden om, ook zonder dat daarom is verzocht, in het dictum die reeds uit de wet voortvloeiende beperking aan de toewijzing van de vordering te verbinden