RvdW 2019/288
Aansprakelijkheidsrecht. Procesrecht. Te laat instellen cassatieberoep door fout advocaat; kansschade; voorlopig deskundigenbericht over kans (art. 202 Rv)?; juridische of feitelijke beoordeling van kans.
HR 22-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:272
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 februari 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01542
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS29413:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:272, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1410, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2018
- Wetingang
Art. 202 Rv
Essentie
Aansprakelijkheidsrecht. Procesrecht. Te laat instellen cassatieberoep door fout advocaat; kansschade; voorlopig deskundigenbericht over kans (art. 202 Rv)?; juridische of feitelijke beoordeling van kans.
Samenvatting
Ingeval een advocaat niet tijdig een vordering of een rechtsmiddel heeft ingesteld, moet, voor de beantwoording van de vraag of, en zo ja, in welke mate, de cliënt als gevolg van die fout schade heeft geleden, in beginsel worden beoordeeld hoe op de vordering of het rechtsmiddel had behoren te worden beslist, althans moet het te dier zake toewijsbare bedrag worden geschat aan de hand van de goede en kwade kansen die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.