NJB 2017/2192
Indicatieve test als bewijs van plegen van voorbereidingshandelingen in de zin van art. 10a Opiumwet: nu een tweede door de politie uitgevoerde indicatieve test een negatieve uitslag op cocaïne gaf en de derde door het NFI uitgevoerde test eveneens een negatieve uitslag op cocaïne gaf, kan het resultaat van de eerste (positief uitvallende) indicatieve test in ieder geval zonder toelichting, die ontbreekt, niet voor het bewijs worden gebruikt
HR 07-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2815
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 november 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/01246
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2815, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1137, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑2017
- Wetingang
(art. 10a Opw)
Essentie
Indicatieve test als bewijs van plegen van voorbereidingshandelingen in de zin van art. 10a Opiumwet: nu een tweede door de politie uitgevoerde indicatieve test een negatieve uitslag op cocaïne gaf en de derde door het NFI uitgevoerde test eveneens een negatieve uitslag op cocaïne gaf, kan het resultaat van de eerste (positief uitvallende) indicatieve test in ieder geval zonder toelichting, die ontbreekt, niet voor het bewijs worden gebruikt
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – medeplegen van om een feit, bedoeld in lid 4 van art. 10 Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.