NJB 2019/2177:Erfpacht. Splitsing in appartementsrechten. Opzegging. Waardevergoeding. Beding in erfpachtakte over de wijze waarop de waarde zal worden bepaald. Dwingend recht. Art. 5:87 BW bepaalt dat als de eigenaar van een in erfpacht uitgegeven zaak de erfpacht opzegt, hij verplicht is de waarde van de erfpacht te vergoeden. Indien de erfpacht gesplitst is, geldt een aanvullende regeling. Art. 5:116 BW bepaalt dat in de akte van vestiging kan worden geregeld op welke wijze de te vergoeden waarde zal worden bepaald. In dit geding bevat de akte van vestiging van een gesplitst erfpacht een beding dat dit regelt. Het hof oordeelt dat indien de volgens het beding te vergoeden waarde lager is dan de marktwaarde, dit niet afdoet aan de geldigheid ervan. Hoge Raad: De in de akte van vestiging opgenomen regeling is nietig indien die niet in redelijkheid kan worden geacht ertoe te strekken dat minstens de naar objectieve maatstaven vast te stellen waarde wordt bepaald