V-N 2021/33.21
Bewijsvermoeden bij schending administratie- of publicatieplicht ook te weerleggen via interne oorzaken
HR 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1099, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juli 2021
- Magistraten
Polak, Tanja-van den Broek, Kroeze, Lock, Ter Heide
- Zaaknummer
19/05871
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS281454:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1099, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1012, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten aanzien van het wettelijke bewijsvermoeden bij schending van de boekhoudplicht ten onrechte heeft overwogen dat de bestuurders geen beroep kunnen doen op het handelen van een andere bestuurder.
Samenvatting
X bv en haar dochter-bv’s zijn gespecialiseerd in het leggen van snelle internetverbindingen op bijzondere locaties, zoals op kerk- en vuurtorens. In 2010 ontstaat onenigheid tussen de bestuurders. In 2011 gaat X bv (net zoals haar dochter-bv’s) failliet. In geschil is of de curator diverse bestuurders terecht aansprakelijk stelt voor de tekorten in het faillissement. Hof Arnhem-Leeuwarden stelt de curator in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.