NJB 2015/1103
Geen prejudiciële vragen aan HvJ EU bij toepassing van art. 80a RO
HR 26-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1332
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 mei 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, de raadsheren J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/02274
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Juridische beroepen / Rechter
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1332, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:667, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑11‑2014
- Wetingang
Essentie
Geen prejudiciële vragen aan HvJ EU bij toepassing van art. 80a RO
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
2.1.
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a RO en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
2.2.1.
Daarin ligt besloten dat het in de schriftuur vervatte verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.