Einde inhoudsopgave
Wet organisatie en bestuur gerechten
Artikel XVI [Waarnemende griffiers worden buitengriffier]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
06-12-2001, Stb. 2001, 584 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27878)
06-12-2001, Stb. 2001, 582 (uitgifte: 18-12-2001, kamerstukken: 27181)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet zijn benoemd als waarnemend griffier bij een kantongerecht, een arrondissementsrechtbank onderscheidenlijk een gerechtshof, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als buitengriffier bij de rechtbank tot het rechtsgebied waarvan het kantongerecht behoort, bij dezelfde rechtbank onderscheidenlijk bij hetzelfde gerechtshof, tenzij zij op dezelfde dag bij een van deze gerechten tevens op basis van een aanstelling werkzaam zijn, als rechterlijk ambtenaar in opleiding de opleiding doorbrengen of als rechterlijk ambtenaar zijn benoemd. Zij worden als zodanig niet beëdigd.
2.
De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet zijn benoemd als plaatsvervangend griffier bij de Centrale Raad van Beroep, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als buitengriffier bij de Centrale Raad van Beroep, tenzij zij op dezelfde dag bij dat college tevens op basis van een aanstelling werkzaam zijn, als rechterlijk ambtenaar in opleiding de opleiding doorbrengen of als rechterlijk ambtenaar zijn benoemd. Zij worden als zodanig niet beëdigd.