Einde inhoudsopgave
Wet organisatie en bestuur gerechten
Artikel XIV
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2004
- Bronpublicatie:
13-05-2004, Stb. 2004, 215 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 28958)
- Inwerkingtreding
01-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2004, Stb. 2004, 275 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Bevat wijzigingen de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.
2.
Degenen die ingevolge artikel X zijn benoemd als coördinerend vice-president senior van een gerechtshof, een rechtbank, de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven blijven in het genot van het bij die benoeming behorende salaris en de daarbij behorende onkostenvergoeding voor zolang zij:
- a.
zijn benoemd als coördinerend vice-president senior van dat gerecht; of
- b.
zijn benoemd in een rechtsprekend ambt bij een gerecht, mits zij met ingang van het tijdstip van die benoeming bij dat gerecht ook zijn benoemd als lid van het bestuur en de benoeming aansluit op een benoeming in een rechtsprekend ambt bij een ander gerecht waarvan zij met ingang van het tijdstip van die benoeming ook lid van het bestuur zijn geweest.