Einde inhoudsopgave
Maritiem arbeidsverdrag, 2006
Voorschrift 2.8 — Loopbaan- en competentie-ontwikkeling en werkgelegenheidsperspectieven voor zeevarenden
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Bronpublicatie:
23-02-2006, Trb. 2007, 93 (uitgifte: 09-05-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-08-2013, Trb. 2013, 126 (uitgifte: 02-08-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Algemeen
Vervoersrecht / Zeevervoer
Doel: Het bevorderen van loopbaan- en competentie-ontwikkeling en van werkgelegenheidsperspectieven voor zeevarenden
1
Elk Lid moet nationaal beleid hebben ter bevordering van de werkgelegenheid in de maritieme sector en ter bevordering van loopbaan- en competentie-ontwikkeling en ten behoeve van meer werkgelegenheidsperspectieven voor zeevarenden die op zijn grondgebied woonachtig zijn.
Norm 2.8 — Loopbaanontwikkeling en competentie-ontwikkeling en werkgelegenheidsperspectieven voor zeevarenden
1
Elk Lid moet nationaal beleid hebben dat de loopbaanontwikkeling en competentie-ontwikkeling en werkgelegenheidskansen voor zeevarenden bevordert, teneinde de maritieme sector te kunnen voorzien van voldoende en vakbekwame arbeidskrachten.
2
Het doel van het in het eerste lid van deze norm bedoelde beleid is zeevarenden te helpen hun vaardigheden, kwalificaties en werkgelegenheidskansen te vergroten.
3
Elk Lid stelt, na overleg met de betrokken organisaties van reders en zeevarenden duidelijke doelen op voor beroepskeuzevoorlichting, scholing en opleiding van zeevarenden wier taken aan boord hoofdzakelijk betrekking hebben op de veilige exploitatie en navigatie van het schip, met inbegrip van permanente scholing.
Leidraad B2.8 — Loopbaanontwikkeling en ontwikkeling van vaardigheden en werkgelegenheid voor zeevarenden
Leidraad B2.8.1 — Maatregelen ter bevordering van loopbaanontwikkeling en competentie-ontwikkeling en werkgelegenheidsperspectieven voor zeevarenden
1
De in norm A2.8 vermelde doelen zouden onder meer kunnen worden bereikt door middel van een van de volgende maatregelen:
- a.
overeenkomsten met een reder of organisatie van reders, die voorzien in loopbaanontwikkeling en training van vaardigheden; of
- b.
regelingen ter bevordering van de werkgelegenheid door het opstellen en bijhouden van registers of lijsten, naar categorie, van gediplomeerde zeevarenden; of
- c.
het bevorderen van kansen, zowel aan boord als aan wal, voor verdere opleiding en scholing van zeevarenden ten behoeve van de ontwikkeling van vaardigheden en elders inzetbare competenties om te zorgen voor blijvend volwaardig werk, de verbetering van de individuele werkgelegenheidskansen en te kunnen te blijven meegaan met de veranderende technologie en arbeidsmarktomstandigheden in de maritieme sector.
Leidraad B2.8.2 — Register van zeevarenden
1
Wanneer voor de tewerkstelling van zeevarenden registers of lijsten worden gebruikt, zouden deze registers of lijsten alle beroepscategorieën zeevarenden moeten bevatten op een wijze vastgesteld door de nationale wetgeving of gebruiken of door collectieve arbeidsovereenkomsten.
2
Zeevarenden die in een dergelijk register of op een dergelijke lijst voorkomen, zouden voorrang moeten krijgen bij de tewerkstelling als zeevarende.
3
Van zeevarenden in een dergelijk register of op een dergelijke lijst zou moeten worden verlangd dat zij beschikbaar zijn voor werkzaamheden op een wijze vastgesteld door de nationale wetgeving of gebruiken of door collectieve arbeidsovereenkomsten.
4
Voor zover de nationale wet- en regelgeving zulks toestaat, zou het aantal zeevarenden in dergelijke registers of op dergelijke lijsten periodiek moeten worden getoetst teneinde niveaus te bereiken die aansluiten op de behoeften van de maritieme sector.
5
Wanneer verlaging van het aantal zeevarenden in een dergelijk register of op een dergelijke lijst noodzakelijk wordt, zouden alle passende maatregelen moeten worden getroffen om nadelige effecten voor zeevarenden te voorkomen of tot een minimum te beperken, met inachtneming van de economische en sociale situatie van het desbetreffende land.