RFR 2019/41
Kinderalimentatie. Vormt de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 9 oktober 2015 een grond voor wijziging?
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2381
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01653
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS29678:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2381, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1405, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2018
- Wetingang
Art. 1:401 lid 1 en 5 BW
Essentie
Kinderalimentatie. Kindgebonden budget.
Vormt de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 9 oktober 2015 een grond voor wijziging van een overeenkomst tot levensonderhoud op grond van art. 1:401 lid 1 of lid 5 BW?
Samenvatting
Partijen zijn in 2010 gescheiden en hebben een kind dat geboren is in 2003, over wie zij het gezamenlijk gezag uitoefenen. In de periode augustus/september 2015 hebben partijen een overeenkomst gesloten waarbij (onder meer) de door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie werd gewijzigd en werd vastgesteld op € 393 per maand met ingang van 1 juli 2015. Bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.