Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2002
- Bronpublicatie:
05-06-2001, Trb. 2001, 136 (uitgifte: 16-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-01-2003, Trb. 2003, 2 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:
- a
- 1°
betekent de uitdrukking ‘een verdragsluitende Staat’ het Koninkrijk België of het Koninkrijk der Nederlanden, al naar de context vereist; betekent de uitdrukking ‘verdragsluitende Staten’ het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden;
- 2°
betekent de uitdrukking ‘België’ het Koninkrijk België; gebruikt in geografische zin, betekent zij het territorium van het Koninkrijk België, daarin inbegrepen de territoriale zee en de maritieme zones en de luchtgebieden waarover, in overeenstemming met het internationaal recht, het Koninkrijk België soevereine rechten of zijn jurisdictie uitoefent;
- 3°
betekent de uitdrukking ‘Nederland’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsbevoegdheid heeft of soevereine rechten uitoefent met betrekking tot de zeebodem, de ondergrond daarvan en de daarboven gelegen wateren, en hun natuurlijke rijkdommen;
- b.
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een vennootschap en elke andere vereniging van personen;
- c.
betekent de uitdrukking ‘vennootschap’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing in de verdragsluitende Staat waarvan zij inwoner is, als een rechtspersoon wordt behandeld;
- d.
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een verdragsluitende Staat’ en ‘onderneming van de andere verdragsluitende Staat’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een verdragsluitende Staat en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere verdragsluitende Staat;
- e.
betekent de uitdrukking ‘internationaal verkeer’ alle vervoer met een schip, binnenschip of luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van werkelijke leiding in een verdragsluitende Staat is gelegen, behalve wanneer het schip, binnenschip of luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere verdragsluitende Staat zijn gelegen;
- f.
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- 1°
in België, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger, en
- 2°
in Nederland, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- g.
betekent de uitdrukking ‘onderdanen’:
- 1°
alle natuurlijke personen die de nationaliteit van een verdragsluitende Staat bezitten;
- 2°
alle vennootschappen en verenigingen die hun rechtspositie als zodanig ontlenen aan de wetgeving die in een verdragsluitende Staat van kracht is.
2.
Voor de toepassing van het Verdrag op enig ogenblik door een verdragsluitende Staat heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat ogenblik heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is; elke betekenis onder de toepasselijke belastingwetgeving van die Staat heeft voorrang op de betekenis welke die uitdrukking heeft onder de andere wetten van die Staat.