Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1186/2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen
Artikel 107
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2009
- Bronpublicatie:
16-11-2009, PbEU 2009, L 324 (uitgifte: 10-12-2009, regelingnummer: 1186/2009)
- Inwerkingtreding
30-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2009, PbEU 2009, L 324 (uitgifte: 10-12-2009, regelingnummer: 1186/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
1.
Behoudens de artikelen 108, 109 en 110, is van rechten bij invoer vrijgesteld:
- a)
de brandstof welke zich in de normale reservoirs bevindt van:
- —
personenwagens, bedrijfsvoertuigen en motorrijwielen,
- —
containers voor speciale doeleinden,
die het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen;
- b)
de brandstof welke zich in draagbare reservoirs in personenauto's en motorrijwielen bevindt, tot een maximum van 10 l per voertuig en onverminderd de nationale voorschriften inzake bezit en vervoer van brandstoffen.
2.
Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder:
- a)
‘bedrijfsvoertuig’: elk motorvoertuig (trekkers met of zonder aanhangwagens daaronder begrepen) dat op grond van constructietype en uitrusting geschikt en bestemd is voor vervoer, al dan niet tegen betaling:
- —
van meer dan negen personen, met inbegrip van de bestuurder,
- —
van goederen,
alsmede ieder wegvoertuig bestemd voor een ander gebruik dan vervoer in eigenlijke zin;
- b)
‘personenwagen’: ieder motorvoertuig dat niet aan de onder a) omschreven maatstaven beantwoordt;
- c)
‘normale reservoirs’:
- —
de door de fabrikant blijvend in of aan alle motorvoertuigen van hetzelfde type als het betrokken voertuig aangebrachte reservoirs, waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt, zowel voor de voortbeweging van de voertuigen als, in voorkomend geval, voor de werking, tijdens het vervoer, van koel- en andere systemen;
- —
als normale reservoirs gelden ook gasreservoirs die zijn aangebracht aan motorvoertuigen en die het rechtstreeks verbruik van gas als brandstof mogelijk maken, alsmede de op de andere systemen waarmee die voertuigen eventueel zijn uitgerust, aangesloten reservoirs;
- —
de door de fabrikant blijvend in of aan alle containers van hetzelfde type als de betrokken container aangebrachte reservoirs, waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt voor de werking, gedurende het vervoer, van koel- en andere systemen waarmee de containers voor speciale doeleinden zijn uitgerust;
- d)
‘containers voor speciale doeleinden’: alle containers die zijn uitgerust met inrichtingen die speciaal zijn aangepast voor koelsystemen, systemen voor zuurstoftoevoer, thermische isolatiesystemen of andere systemen.