NJF 2017/28
Onrechtmatige rechtspraak door vertraagde afdoening van vluchtvertragingsvergoeding? Nee.
Rb. Den Haag 23-11-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:14190
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
23 november 2016
- Magistraten
Mr. L. Alwin
- Zaaknummer
4307648-RL EXPL 15-21879
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2016:14190, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 23‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6:162 lid 1 BW; art. 6 EVRM; art. 47 Handvest Grondrechten EU; art. 7 EPGV
Essentie
Onrechtmatige rechtspraak door vertraagde afdoening van vluchtvertragingsvergoeding? Nee.
Samenvatting
De zaak betreft een vordering tot vergoeding wegens vertraging van een vlucht (Verordening 261/2004). Op 8 januari 2014 dient een reiziger op grond van de Verordening (EG) nr. 861/2007 (de EPGV) met het standaard vorderingsformulier bij de kantonrechter een vordering tot vergoeding van schade (€ 250) tegen de KLM in. Uiteindelijk wordt op 29 september 2014 op de vordering beslist. In de onderhavige procedure vordert eiser een vergoeding van € 500 wegens overschrijding van de beslistermijn. Die wordt afgewezen. Voor de beoordeling van de vraag of de redelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.