RAR 2018/13
Transitievergoeding. Heeft werknemer ernstig verwijtbaar gehandeld zodat werkgever geen transitievergoeding verschuldigd is?
HR 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2626
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05915
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927810:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2626, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:917, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2017
- Wetingang
Art. 7:673 lid 1, 3, 7 onderdeel c, 8 BW
Essentie
Ontbinding arbeidsovereenkomst. Transitievergoeding. Ernstig verwijtbaar handelen werknemer.
Heeft werknemer ernstig verwijtbaar gehandeld zodat werkgever geen transitievergoeding verschuldigd is?
Samenvatting
Werknemer is op 2 april 1990 in dienst getreden bij werkgever en is werkzaam als marketing- en salesmanager. In de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsbeding overeengekomen. Nadat de computer van werknemer is onderzocht wordt een ontslagtraject ingezet op grond van ernstige verwijtbaarheid als bedoeld in art. 7:673 lid 7 sub c BW. Werknemer wordt verweten dat hij bedrijfsinformatie naar zijn privé-e-mailadres heeft gemaild en grote hoeveelheden bedrijfsgevoelige informatie naar een usb-stick heeft gekopieerd. Hij zou aldus een schriftelijk overeengekomen geheimhoudingsbeding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.