Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 3.22 (aanwijzing vergunningplichtige gevallen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een milieubelastende activiteit te verrichten, geldt voor de milieubelastende activiteiten, bedoeld in artikel 3.21, voor zover het gaat om het opslaan van:
- a.
giftige of bijtende gassen van ADR-klasse 2;
- b.
gassen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening;
- c.
meer dan 13 m3 propaan of propeen in een opslagtank;
- d.
propaan of propeen, als propaan of propeen in de vloeistoffase wordt afgetapt;
- e.
brandbare gassen van ADR-klasse 2, met uitzondering van propaan of propeen; of
- f.
meer dan 100 m3 oxiderende gassen van ADR-klasse 2.
2.
Het verbod geldt niet voor:
- a.
het opslaan van LPG, bedoeld in artikel 4.472, tweede lid; of
- b.
het opslaan van vloeibaar gemaakt vergistingsgas, bedoeld in paragraaf 4.88.