RvdW 2010, 81
Een verklaring van een al dan niet gemachtigde raadsman kan niet gelden als bewijsmiddel.
HR 15-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BK2129
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
08/01876
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BK2129
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BK2129, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BK2129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2009
- Wetingang
Sv art. 279 lid 1 en 341
Essentie
Verklaringen en mededelingen van de raadsman die ter terechtzitting, al dan niet op de voet van art. 279, eerste lid, Sv, als zodanig optreedt, kunnen niet als wettige bewijsmiddelen gelden (vgl. LJN AX9179).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage, Enkelvoudige Kamer, van 15 april 2008, nummer 22/005382-07, in de strafzaak tegen: J.R.E. de J. Adv. mr. R.J. Baumgardt te Spijkernisse.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte een ter terechtzitting in hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.