Einde inhoudsopgave
Statuut van de internationale arbeidsorganisatie
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1974
- Bronpublicatie:
22-06-1972, Trb. 1975, 102 (uitgifte: 01-01-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-1972, Trb. 1975, 102 (uitgifte: 01-01-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ieder Lid kan bij het Internationaal Arbeidsbureau een klacht indienen tegen een ander Lid dat, naar zijn mening, niet op een bevredigende wijze uitvoering geeft aan een verdrag dat beide krachtens het bepaalde in de voorgaande artikelen hebben bekrachtigd.
2.
De Raad van Beheer kan, indien hij zulks wenselijk acht en alvorens de klacht op een hieronder aangegeven wijze te verwijzen naar een commissie van onderzoek, zich met de betrokken regering in verbinding stellen op de wijze zoals is aangegeven in artikel 24.
3.
Indien de Raad van Beheer het niet noodzakelijk acht de klacht aan de betrokken regering mede te delen, of indien deze mededeling wel is gedaan doch hierop binnen een redelijke termijn geen voor de Raad bevredigend antwoord is ontvangen, kan de Raad een commissie van onderzoek instellen die tot taak heeft de klacht te onderzoeken en verslag daarover uit te brengen.
4.
Dezelfde werkwijze kan door de Raad worden gevolgd zowel ambtshalve als naar aanleiding van een door een afgevaardigde ter Conferentie ingediende klacht.
5.
Wanneer een uit de toepassing van het bepaalde in de artikelen 25 of 26 voortvloeiende aangelegenheid wordt behandeld door de Raad van Beheer, heeft de betrokken regering, indien zij niet reeds in de Raad van Beheer is vertegenwoordigd, het recht een afgevaardigde te doen deelnemen aan de beraadslagingen van de Raad over deze aangelegenheid. Het tijdstip waarop deze aangelegenheid zal worden behandeld, dient tijdig ter kennis van de betrokken regering te worden gebracht.