Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/404
Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Is publicatie op voorpagina dagblad over (onjuist gebleken) mededeling anonieme bron dat geld zou zijn verdwenen uit kluis Centrale Bank onrechtmatig?
HR 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:402
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 maart 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/03045
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:402, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:94, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Is publicatie op voorpagina dagblad over (onjuist gebleken) mededeling anonieme bron dat geld zou zijn verdwenen uit kluis Centrale Bank onrechtmatig?
Partij(en)
22 maart 2019
Eerste Kamer
18/03045
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DE CENTRALE BANK VAN ARUBA, gevestigd te Oranjestad, Aruba,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaten: mr. A.M. van Aerde en mr. R.S. Meijer,
t e g e n
[eiser], handelend onder de naam [A], wonende te [woonplaats], Aruba,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als CBA en [eiser].