NJ 2020/211
Bescherming van de consument. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen in overeenkomsten. Vereiste van duidelijke en begrijpelijke formulering van bedingen in overeenkomsten. Bedingen houdende de verplichting tot betaling van vergoedingen voor niet gespecificeerde diensten.
HvJ EU 03-10-2019, ECLI:EU:C:2019:820 (Kiss en CIB Bank)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
3 oktober 2019
- Magistraten
A. Prechal, F. Biltgen, J. Malenovský, C.G. Fernlund, L.S. Rossi
- Zaaknummer
C-621/17
- Conclusie
A-G G. Hogan
- Noot
Red. Aant.
- Roepnaam
Kiss en CIB Bank
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS202583:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:820, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 03‑10‑2019
ECLI:EU:C:2019:411V, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Kúria (hoogste rechterlijke instantie, Hongarije) bij beslissing van 26 oktober 2017.
Bescherming van de consument. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen in overeenkomsten. Vereiste van duidelijke en begrijpelijke formulering van bedingen in overeenkomsten. Bedingen houdende de verplichting tot betaling van vergoedingen voor niet gespecificeerde diensten.