Einde inhoudsopgave
Wet handhaving consumentenbescherming
Artikel 2.10 [Bestuurlijke boete]
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2022
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 2.10 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
30-03-2022, Stb. 2022, 157 (uitgifte: 22-04-2022, kamerstukken: 35940)
- Inwerkingtreding
28-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-2022, Stb. 2022, 157 (uitgifte: 22-04-2022, kamerstukken: 35940)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3:4, 5:41 en 5:46 van de Algemene wet bestuursrecht, houdt de Autoriteit Consument en Markt bij het opleggen van een bestuurlijke boete vanwege een overtreding van de artikelen 8.2a, 8.3, 8.4a, 8.5, 8.8 of 8.11 of van de artikelen van de Prijzenwet, genoemd in bijlage a bij deze wet, waar passend in ieder geval rekening met:
- a.
de aard, ernst, omvang en duur van de inbreuk;
- b.
de maatregelen die de overtreder heeft getroffen om de door de consumenten geleden schade te beperken of te verhelpen;
- c.
eerdere inbreuken van de overtreder;
- d.
de door de overtreder als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen, voor zover bekend;
- e.
in geval van een inbreuk binnen de Unie: sancties die in andere lidstaten aan de overtreder zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, voor zover die informatie beschikbaar is in de elektronische databank, bedoeld in artikel 35 van Verordening 2017/2394;
- f.
andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de specifieke overtreding.