V-N 2016/41.4
Verblijfsduur is bepalend voor begrip “normale verblijfplaats”
HR 12-08-2016, ECLI:NL:HR:2016:1904, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 augustus 2016
- Magistraten
Overgaauw, Koopman, Van Vliet, Punt, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/03958
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924257:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1904, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑08‑2016
ECLI:NL:HR:2014:3201, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2014
- Wetingang
art. 14 Wet BPM 1992
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de normale verblijfplaats van de heer X gedurende zijn uitzending in Qatar lag. X maakt voor de invoer van de aldaar gekochte Porsche dus terecht aanspraak op de verhuisboedelvrijstelling.
Samenvatting
Belanghebbende, de heer X, werkt van maart 2008 tot oktober 2011 in Qatar en heeft zich in Nederland uitgeschreven uit de gemeentelijke basisadministratie. Zijn echtgenote werkt in Nederland en blijft in de gezamenlijke koopwoning wonen. In Qatar woont X in een gemeubileerde woning van zijn werkgever. Medio 2010 koopt X in Qatar een nieuwe Porsche. Bij zijn terugkeer naar Nederland claimt X voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.