NJ 2011/317
Geen belang bij klacht dat ontneming deels is gebaseerd op feiten waarvoor is vrijgesproken.
HR 24-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4399, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
S 09/02238 P
- Conclusie
A-G Silvis
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BP4399
- JCDI
JCDI:ADS96554:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4399, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑10‑2010
- Wetingang
Essentie
Profijtontneming. Nu de in de hoofdzaak door het hof gegeven vrijspraak ter zake 2 feiten door de Hoge Raad is vernietigd en betrokkene op grond van art. 577b Sv na de afdoening van de hoofdzaak kan verzoeken om vermindering of kwijtschelding van het ontnemingsbedrag, heeft betrokkene geen belang bij de klacht dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel mede is gebaseerd op een feit waarvan betrokkene is vrijgesproken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 7 april 2009, nummer 20/003922-08, op een vordering tot ontneming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.