Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956
Artikel 15 [Voorwaarden voor kwijtschelding]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
08-04-2016, Stb. 2016, 155 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2016, Stb. 2016, 155 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Kwijtschelding van erfbelasting kan slechts worden verleend ter zake van de overdracht van cultuurgoederen of verzamelingen van cultuurgoederen aan de Staat die:
- a.
zijn opgenomen in het register van de beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen, bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, van de Erfgoedwet,
- b.
niet voorkomen op het register bedoeld in onderdeel a, maar wel als onvervangbaar en onmisbaar kunnen worden aangemerkt in de zin van artikel 3.7 van de Erfgoedwet, of,
- c.
op grond van één of meer van de volgende criteria van groot nationaal cultuurhistorisch of kunsthistorisch belang zijn:
- 1°
presentatie- of attractiewaarde,
- 2°
artistieke waarde,
- 3°
herkomstwaarde,
- 4°
ensemblewaarde, of, in combinatie met een of meer andere criteria in dit onderdeel,
- 5°
documentatiewaarde.