FED 2014/71
Forfaitaire rendementsheffing niet strijdig met belastingverdragen. Nationale wet noch verdrag geeft grond voor verrekening fictieve bronheffing
HR 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1191, m.nt. J.W.J. de Kort
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2014
- Magistraten
Schaap, Van Loon, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
13/02237
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
J.W.J. de Kort
- JCDI
JCDI:ADS273715:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1191, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2014
- Wetingang
Dubb. Bel: Algemeen
Essentie
Forfaitaire rendementsheffing niet strijdig met belastingverdragen. Nationale wet noch verdrag geeft grond voor verrekening fictieve bronheffing
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2006.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1.
Belanghebbende is inwoner van Nederland. Tot zijn vermogen behoren onder meer (aandelen)participaties in verschillende beleggingsfondsen die zijn gevestigd in België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten van Amerika (hierna: de buitenlandse beleggingsfondsen).
3.1.2.
Een deel van de buitenlandse beleggingsfondsen heeft in 2006 aan belanghebbende dividend uitgekeerd. Daarover is € 10.438 aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.