JONDR 2019/965
Hof wijst vorderingen franchisenemers Albert Heijn af
Hof Amsterdam 23-07-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2618
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
23 juli 2019
- Zaaknummer
200.218.435/01
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2019:2618, Uitspraak, Hof Amsterdam, 23‑07‑2019
- Wetingang
art 3:37 lid 1 BW; art. 3:33 BW; art, 3:35 BW; art. 2:248 BW; art. 6:258 BW
Essentie
In een afrekeningsgeschil tussen enerzijds Albert Heijn (AH) en anderzijds 240 franchisenemers van AH en de Vereniging van Albert Heijn Franchisenemers (de VAHFR) zijn in hoger beroep vrijwel alle vorderingen van de franchisenemers afgewezen. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit op 23 juli 2019 beslist.
Samenvatting
De franchisenemers vinden dat zij bij de afrekening tekort worden gedaan. Zij vinden dat zij op grond van de standaard franchiseovereenkomst die zij met AH hebben gesloten, aanspraak hebben op een deel van een breed scala aan door AH verkregen inkomsten. Zij stelden in dat verband een groot aantal vorderingen in, vaak in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.