V-N 2016/39.12
Geen VPB-vrijstelling voor pensioenfonds dat wordt tussengeschakeld bij aandelentransacties
HR (A-G) 22-03-2016, ECLI:NL:PHR:2016:173, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
22 maart 2016
- Zaaknummer
15/03542
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924116:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Vrijstelling
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2122, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:173, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2015
- Wetingang
art. 5 Wet VPB 1969
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat X niet voldoet aan de doelstellingstoets van art. 5 lid 1 onderdeel b Wet VPB 1969. X is belastingplichtig voor de VPB.
Samenvatting
X is een pensioenfonds van J bv en de aan J bv gelieerde bedrijven. Als pensioenlichaam is zij niet onderworpen aan de VPB-heffing. De beleggingen van X bestaan slechts uit een longpositie in aandelen met daartegenover een shortpositie in derivaten. Er is sprake van een volledig gedekte positie waarbij geen marktrisico wordt gelopen. In 2010 en 2011 koopt X aandelen en verkoopt zij gelijktijdig callopties met een uitoefenprijs van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.