NJ 2021/276
Faillissementsrecht. Insolventieverordening (IVO). Arbeidsverhouding werknemers Spaanse vennootschap met Nederlandse groepsvennootschap?; Unierechtelijk begrip ‘ondergeschiktheid’.
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1164
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/00503
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS289609:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Insolventierecht / Europees insolventierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1164, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:87, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2020
- Wetingang
Art. 10 IVO
Essentie
Faillissementsrecht. Insolventieverordening (IVO). Arbeidsverhouding werknemers Spaanse vennootschap met Nederlandse groepsvennootschap?; Unierechtelijk begrip ‘ondergeschiktheid’.
Samenvatting
Wat betreft de eis van ondergeschiktheid volgt uit de rechtspraak van het HvJ EU dat een ondergeschiktheidsband wordt gekenmerkt door het feit dat een werknemer onder het gezag staat van een andere persoon, die niet alleen bepaalt welke prestaties van hem worden verwacht maar ook op welke wijze hij die moet verrichten, en wiens instructies en interne voorschriften hij moet naleven, waarbij het kan gaan om tijdschema, plaats en uitvoeringswijze van de werkzaamheden, en het toezicht en de controle die de werkgever uitoefent op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.