Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 233
Geldend
Geldend vanaf 11-08-2010
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2013.
- Bronpublicatie:
13-07-2010, PbEU 2010, L 189 (uitgifte: 22-07-2010, regelingnummer: 2010/45/EU)
- Inwerkingtreding
11-08-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2010, PbEU 2010, L 189 (uitgifte: 22-07-2010, regelingnummer: 2010/45/EU)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
1.
De authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud, en de leesbaarheid van de factuur, op papier of in elektronisch formaat, worden vanaf het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt tot het einde van de bewaartermijn gewaarborgd.
De belastingplichtige bepaalt zelf hoe de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud, en de leesbaarheid van de factuur worden gewaarborgd. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van elke bedrijfscontrole die een betrouwbaar controlespoor tussen een factuur en een verrichte prestatie oplevert.
Onder ‘authenticiteit van de herkomst’ wordt verstaan het waarborgen van de identiteit van de degene die de goederenlevering of de dienst heeft verricht of van degene die de factuur heeft uitgereikt.
Onder ‘integriteit van de inhoud’ wordt verstaan dat de krachtens deze richtlijn voorgeschreven inhoud geen wijzigingen heeft ondergaan.
2.
De authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van een elektronische factuur kunnen, behalve door middel van de in lid 1 bedoelde bedrijfscontroles, bijvoorbeeld ook met de volgende technologieën worden gewaarborgd:
- a)
een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 2, punt 2), van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen(1), welke gebaseerd is op een gekwalificeerd certificaat in de zin van artikel 2, punt 10), van Richtlijn 1999/93/EG en gecreëerd wordt met een veilig middel voor het aanmaken van handtekeningen in de zin van artikel 2, punten 6) en 10), van Richtlijn 1999/93/EG;
- b)
elektronische uitwisseling van gegevens (Electronic Data Interchange — EDI), zoals gedefinieerd in artikel 2 van bijlage 1 bij Aanbeveling 1994/820/EG van de Commissie van 19 oktober 1994 betreffende de juridische aspecten van de elektronische uitwisseling van gegevens(2), indien het akkoord betreffende deze uitwisseling in het gebruik van procedures voorziet die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de gegevens waarborgen.