Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 8 Zeevaart, binnenvaart en luchtvaart
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2002
- Bronpublicatie:
05-06-2001, Trb. 2001, 136 (uitgifte: 16-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-01-2003, Trb. 2003, 2 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Winst uit de exploitatie van schepen, binnenschepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer is slechts belastbaar in de verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
2.
Voor de toepassing van dit artikel omvat winst verkregen uit de exploitatie van schepen, binnenschepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer onder meer:
- a.
winst verkregen uit de verhuring van bemande schepen, binnenschepen of luchtvaartuigen en winst verkregen uit de incidentele verhuring van onbemande schepen, binnenschepen of luchtvaartuigen gebruikt in internationaal verkeer;
- b.
winst verkregen uit het gebruik of de verhuring van laadkisten, op voorwaarde dat die winst aanvullend of bijkomend is ten opzichte van de winst waarop de bepalingen van paragraaf 1 van toepassing zijn;
- c.
winst verkregen uit de exploitatie van binnenschepen anders dan in internationaal verkeer, in geval het vervoer per binnenschip plaatsvindt in het verlengde van vervoer per schip in internationaal verkeer en wordt uitgevoerd onder hetzelfde contract als, respectievelijk voor dezelfde opdrachtgever als, dat vervoer per schip in internationaal verkeer.
3.
Indien de plaats van de werkelijke leiding van een zeescheepvaartonderneming of een binnenscheepvaartonderneming zich aan boord van een schip of binnenschip bevindt, wordt deze plaats geacht te zijn gelegen in de verdragsluitende Staat waar het schip of het binnenschip zijn thuishaven heeft, of, indien er geen thuishaven is, in de verdragsluitende Staat waarvan de exploitant van het schip of het binnenschip inwoner is.
4.
De bepalingen van paragraaf 1 zijn ook van toepassing op winst verkregen uit de deelneming in een ‘pool’, een gemeenschappelijk bedrijf of een internationaal opererend agentschap.