NJF 2018/449
Onrechtmatige overheidsdaad in voormalig Nederlands-Indië.
Rb. Den Haag 18-07-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:8525
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
18 juli 2018
- Magistraten
Mrs. L. Alwin, M.J. Alt-van Endt, D.R. Glass
- Zaaknummer
C/09/483033 / HA ZA 15-201
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2018:8525, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 18‑07‑2018
ECLI:NL:RBDHA:2017:4448, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 08‑03‑2017
ECLI:NL:RBDHA:2016:8642, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 27‑07‑2016
ECLI:NL:RBDHA:2016:702, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 27‑01‑2016
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad in voormalig Nederlands-Indië.
Samenvatting
Vervolg op NJF 2016/379. De rechtbank acht bewezen (met uitvoerige overwegingen) dat het slachtoffer is mishandeld door slaan met een stok en uitdrukken van sigaret op zijn hoofd. Handelen van een onbekend gebleven “Javaan” (handlanger) wordt, naast dat van de Nederlandse militair, aan de Staat toegerekend omdat het slachtoffer in Nederlandse gevangenschap was.
Partij(en)
Vonnis in de zaak van:
Eiser, adv.: mr. L. Zegveld te Amsterdam,
tegen
De Staat der Nederlanden (ministerie van Defensie) te Den Haag, gedaagde, adv.: mr. G.J.H. Houtzagers te Den Haag.