PJ 2014/41
De heffing van de vrijvalwinst van de pensioenvoorziening ten gevolge van de zetelverplaatsing valt exclusief onder het vrij verkeer van vestiging en kan niet tevens getoetst worden aan het vrij verkeer van kapitaal.
Rb. Gelderland 24-12-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:5916
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
24 december 2013
- Magistraten
Mrs. G.H.W. Bodt, L.B.M. Klein Tank, N. Djebali
- Zaaknummer
AWB 12/5865
- JCDI
JCDI:ADS24030:1
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
EU-recht / Marktintegratie
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBGEL:2013:5916, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 24‑12‑2013
- Wetingang
Art. 3.29 Wet IB 2001; art. 8 lid 6 Wet VPB 1969; art. 56, 63 VWEU; art. 45, 47 lid 1 aanhef en onder b Besluit van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee (LGO) met de Europese Economische Gemeenschap, nr. 2001/822/EG
Essentie
De heffing van de vrijvalwinst van de pensioenvoorziening ten gevolge van de zetelverplaatsing valt exclusief onder het vrij verkeer van vestiging en kan niet tevens getoetst worden aan het vrij verkeer van kapitaal.
Samenvatting
Vanwege de zetelverplaatsing van Curaçao naar Nederland is door het verschil in waardering van de pensioenverplichting op de balansen per 1 januari 2009 (op basis van waarde van het economisch verkeer) en op 31 december 2009 (op basis van art. 3.29 Wet IB 2001 en art. 8 lid 6 Wet Vpb) een vrijvalwinst van de pensioenvoorziening ontstaan. Deze dient in aanmerking genomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.