RvdW 2020/1057
Procesrecht. Verstek en verzet. Subjectieve cumulatie; veroordeling bij verstek van meerdere gedaagden, art. 143 Rv; gesloten stelsel rechtsmiddelen; werkt verzet door de ene gedaagde door in verhouding tussen oorspronkelijk eiser en andere gedaagden?
HR 02-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1546
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01289
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS236909:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1546, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:292, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑03‑2019
- Wetingang
Art. 143 Rv
Essentie
Procesrecht. Verstek en verzet. Subjectieve cumulatie; veroordeling bij verstek van meerdere gedaagden, art. 143 Rv; gesloten stelsel rechtsmiddelen; werkt verzet door de ene gedaagde door in verhouding tussen oorspronkelijk eiser en andere gedaagden?
Samenvatting
Het gesloten stelsel van in de wet geregelde rechtsmiddelen brengt mee dat een rechterlijke uitspraak niet anders dan door het aanwenden van een rechtsmiddel kan worden aangetast. Of en voor wie een rechtsmiddel openstaat en ten opzichte van welke partijen een rechtsmiddel en de daarop gedane uitspraak werking kunnen hebben, staat niet ter vrije bepaling van partijen. De daarvoor geldende regels zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.