NJB 2013/2018:Consumentenovereenkomst. Oneerlijk beding. Ambtshalve toetsing. In een geschil over de verbouwing van een woning veroordeelt het hof de consument tot betaling van 2% bedongen rente per maand. Had het hof ambthalve moeten onderzoeken of het rentebeding oneerlijk is? HR: De rechter is gehouden ambtshalve na te gaan of een beding valt onder Richtlijn 93/13 en, zo ja, te onderzoeken of het beding oneerlijk is, indien hij over de daartoe noodzakelijke gegevens, feitelijk en rechtens, beschikt. De appelrechter is hiertoe ook gehouden indien hij daarbij buiten het door de grieven ontsloten gebied moet treden, maar niet als tegen de toe- of afwijzing van de desbetreffende vordering in hoger beroep niet is opgekomen. Indien de rechter vaststelt dat een beding oneerlijk is, is hij gehouden het te vernietigen (tenzij de consument zich daartegen verzet). Indien de rechter over de noodzakelijke gegevens beschikt om te vermoeden dat een beding onder Richtlijn 93/13 valt en oneerlijk is, dient hij onderzoek te doen, zo nodig door instructiemaatregelen te nemen. Ook in verstekzaken. In cassatie wordt getoetst of onbegrijpelijk is dat de in de procedure gebleken gegevens de feitenrechter geen aanleiding hebben gegeven tot het hiervoor bedoelde vermoeden