NJ 2022/41
Herzieningsaanvraag ‘Arnhemse villamoord’: intrekking bekentenis medeveroordeelde is geen novum.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 april 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/00985
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS632582:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:633, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:67, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑2021
- Wetingang
Art. 457 lid 1 sub c Sv
Essentie
Herzieningsaanvraag ‘Arnhemse villamoord’: intrekking bekentenis medeveroordeelde levert geen novum op.
In de aanvrage is niet aannemelijk gemaakt waarom de medeveroordeelde pas 20 jaar na het feit op zijn belastende verklaringen is teruggekomen en zich niet bereid heeft getoond mee te werken aan het door de ACAS geadviseerde onderzoek. Het hof, dat de medeveroordeelde na diens veroordeling als beëdigde getuige heeft gehoord, heeft a.d.h.v. audiovisueel vastgelegde politieverhoren getoetst of de verklaringen bij de politie onder ontoelaatbare druk waren afgelegd en heeft uitvoerig gemotiveerd geoordeeld de voor het bewijs gebruikte verklaringen betrouwbaar te achten, waarbij het tevens heeft ...