Gst. 2017/41
CRvB wijkt af van heersende lijn: de bedoeling van de wetgever prevaleert
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
22 november 2016
- Magistraten
Mrs. O.L.H.W.I. Korte, A.M. Overbeeke en J.L. Boxum
- Zaaknummer
14/6945 IOAW
- Noot
N. Schroeten
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS925745:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2016:4556, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 22‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6 lid 1 en lid 2 Wet IOAW
Essentie
CRvB wijkt af van heersende lijn: de bedoeling van de wetgever prevaleert
Samenvatting
Het college heeft voor de werkloze werknemer en diens pensioengerechtigde partner een IOAW-uitkering toegekend naar de gehuwdengrondslag, waarop de AOW en het ouderdomspensioen van de partner in mindering wordt gebracht. De CRvB oordeelt dat het college belanghebbenden terecht als gehuwden heeft aangemerkt. Gevolg van de toepassing van art. 6 lid 1 onderdeel f en lid 2 IOAW volgens de letterlijke tekst is dat belanghebbende wordt aangemerkt als een alleenstaande voor de IOAW. Dit zou betekenen dat belanghebbende en haar echtgenoot onbedoeld over ...