NJ 2017/326
Onbevoegde vertegenwoordiging. Toerekenbare schijn van volmachtverlening?; maatstaf; niet reageren op conceptakte notaris.
HR 14-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1356
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juli 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02749
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154274:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1356, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:308, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2016
- Wetingang
Art. 3:61 BW
Essentie
Onbevoegde vertegenwoordiging. Toerekenbare schijn van volmachtverlening?; maatstaf; niet reageren op conceptakte notaris.
Voor toerekening van de schijn van volmachtverlening op de voet van art. 3:61 lid 2 BW kan plaats zijn als door de wederpartij gerechtvaardigd is vertrouwd op volmachtverlening op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de volmachtgever komen, en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Dit risicobeginsel gaat niet zo ver dat voor toepassing daarvan ook ruimte is in gevallen waarin het gewekte vertrouwen uitsluitend is gebaseerd op verklaringen of gedragingen van de notaris of van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.